Brulocalis, de referentieorganisatie van de Brusselse lokale besturen, en de Conferentie van burgemeesters, de vergadering van de 19 Brusselse burgemeesters, hebben vandaag hun gezamenlijk memorandum voorgesteld. Daarin stellen de Brusselse gemeenten een aantal eisen aan de politieke besluitvormers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG).

Met de gewestverkiezingen van 9 juni 2024 in aantocht, werpt dit document een licht op de belangrijkste thema's en verzuchtingen van de Brusselse gemeenten. Zij pleiten voor een sterkere governance, in het bijzonder meer en beter overleg, en voor de vrijwaring van de gemeentelijke autonomie.

De gemeenten zijn het bestuursniveau het dichtst bij de burger. Uit een recente enquête in het Franstalig blad Le Vif [1] van 1 maart blijkt dat 45% van de mensen vertrouwen heeft in de eigen gemeente, tegenover slechts 24,5% in het Gewest. In het memorandum van Brulocalis en de Conferentie van burgemeesters wordt dan ook opgeroepen tot een bevoegdheidsverdeling tussen het Gewest en de gemeenten rond zeven basisprincipes: subsidiariteit, decentralisatie, evenwicht tussen middelen en toegewezen taken, begrotingsneutraliteit, compenserende maatregelen als er negatieve gevolgen zijn voor de gemeentefinanciën, billijkheid en transparante solidariteitsmechanismen tussen de gemeenten. Het memorandum onderstreept het belang van een sterk Gewest met sterke gemeenten. Het pleit voor een permanente dialoog en voor een billijke en duurzame financiering van de gemeenten, zonder bijkomende lastenverschuivingen.

Het Brussels Gewestelijk memorandum stelt een aantal essentiële vragen over de veerkracht van democratische instellingen tegenover de huidige wereldwijde uitdagingen. In het bijzonder drukt het uit dat er dringend nood is aan een sterker, meer ontvankelijk lokaal bestuur en aan gemeentelijke autonomie doorheen een betere dialoog tussen een Gewest en 19 gemeenten wiens neuzen dezelfde kant op staan onderstreept Corinne François, directrice van Brulocalis.

Het is belangrijk dat het Gewest en de gemeenten tijdens de volgende legislatuur 2024-2029 elkaar vertrouwen en samenwerken. Het Gewest moet de financiële autonomie van de gemeenten niet alleen vrijwaren, maar ze ook gaandeweg herstellen: in dit nieuwe paradigma weten de gemeenten dat ze in de eerste plaats op zichzelf aangewezen zijn om hun financiën op peil te houden. Als het Gewest de gemeenten geen billijke financiering meer kan bieden, zal het hen in nauw en billijk overleg het nodige kader moeten aanreiken zodat ze hun slagkracht kunnen behouden.

Hieronder volgen de 20 belangrijkste verzuchtingen van Brulocalis en de Conferentie van burgemeesters. Ze schetsen een ambitieuze visie voor de Brusselse gemeenten. Daarbij wordt gestreefd naar een beter overleg met het Gewest.

De 20 belangrijkste eisen van Brulocalis en van de Conferentie van burgemeesters

1. Een eerlijke en efficiënte bevoegdheidsverdeling tussen het Gewest en de gemeenten: naleving van de principes van subsidiariteit, decentralisatie, evenwicht tussen middelen en toegewezen taken, begrotingsneutraliteit, compenserende maatregelen in geval van negatieve gevolgen, billijkheid en transparante solidariteitsmechanismen tussen gemeenten.

2. De adviserende rol van de gemeenten officialiseren en het overleg verbeteren bij het beleid en de besluitvorming van het Gewest.

3. Een sterkere gemeentelijke autonomie: de gemeenten meer slagkracht geven zodat zij hun kerntaken efficiënt kunnen aanpakken.

4. Toegang tot aankoopcentrales van het Gewest om de administratieve lasten voor de lokale besturen te verlichten en te zorgen voor toegang tot werken, diensten en leveringen tegen de beste prijs.

5. Verminderen van de administratieve lasten en de effectieve toepassing van het principe “Once Only” door het Gewest in zijn betrekkingen met de lokale besturen: Het uitwisselen van nuttige documenten tussen gewestelijke en lokale overheden aanmoedigen en optimaliseren.

6. Constante en billijke financiering van gemeenten garanderen door het gewicht van de algemene dotatie aan de gemeenten (ADG) te vergroten, indien nodig ondersteund door trekkingsrechten. Ook de veelheid aan projectoproepen moet afgeschaft worden, omdat deze eerder voor concurrentie dan voor samenwerking zorgen tussen de gemeenten, en buitensporig veel administratie met zich meebrengen.

7. De fiscale autonomie beschermen, invoering van de differentiëring van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing, en aangepaste fiscaliteit als er geen versterkte ADG komt.

8. Een aantrekkelijk lokaal openbaar ambt waarbij de inzet van het personeel naar waarde wordt geschat. Toegang tot Talent Brussels voor de aanwervingen.

9. Modernisering van het Sociaal Handvest om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsvoorwaarden en carrièremogelijkheden. Het moet ook makkelijker worden om bepaalde vaardigheden, met inbegrip van taalvaardigheden, aan te tonen. Er moet ook overwogen worden om de procedures te harmoniseren.

10. Het gewestelijke of federale niveau moet de pensioenen van de statutairen dragen.

11. Herfinanciering van politiezones, hervorming van de KUL-norm en meer personeel.

12. De burgemeesters moeten hun politiebevoegdheden behouden en geen fusie van de zes politiezones voor een optimale werking.

13. Digitalisering, elektronische handtekening en een betrouwbaar digitaal archiveringssysteem, zodat de gemeenten Smart Cities worden.

14. Implementatie van de Brusselse hoofdstedelijke gemeenschap voor een meer coherent bestuur.

15. Vereenvoudiging en evaluatie van de platformen NOVA (stedenbouw) en OSIRIS (bouwplaatsen op de openbare weg), voor meer efficiëntie en minder hinder voor de burgers en de bedrijven.

16. De stedelijke levenskwaliteit verbeteren met zachte mobiliteit, minder drukte, en duurzamer. Strijden tegen vervuiling in de stad, en tegen hitte-eilanden. Ervoor zorgen dat “Stad 30” werkelijkheid wordt, het concept van de “15-minutenstad” ontwikkelen, en “rewilding” van de stad bevorderen.

17. Initiatieven op het vlak van klimaat en energie: uitvoering van het Lucht-Klimaat-Energieplan (LKEP), zodat de ambitieuze klimaatdoelstellingen van 2030 en 2050 behaald kunnen worden.

18. Steun voor mobiliteit en verkeersveiligheid in de vorm van gemeentelijke investeringsplannen voor mobiliteit.

19. Properdere straten: een betere coördinatie tussen de betrokken partijen op het vlak van netheid, de efficiëntie van Net Brussel, en de uitvoering van het intra-Brussels akkoord van 2011.

20. Blijven nadenken over de verbetering van de stedenbouwkundige procedures in het algemeen en zorgen voor een vereenvoudiging van de administratieve procedures, de inmenging van het Gewest stoppen in stedenbouwkundige aangelegenheden. Meer gemeentepersoneel zodat de doelstellingen van Renolution bereikt worden.

In de Brusselse institutionele architectuur is er geen sterk Gewest zonder sterke gemeenten. Een doeltreffend beleid is evenmin mogelijk zonder concrete activiteiten van de gemeenten en de OCMW’s op het terrein. Deze eisen weerspiegelen een diep engagement voor een dynamisch en ontvankelijk lokaal bestuur. Ze is van essentieel belang om in een snel veranderende stedelijke context te kunnen voldoen aan de groeiende behoeften van de Brusselse burgers

besluit Olivier Maingain, de voorzitter van de Conferentie van burgemeesters.


[1] https://www.levif.be/belgique/sondage-le-vif-le-belge-aime-sa-commune-mais-se-mefie-des-partis-politiques-et-de-leglise/